De Nieuwe Toneelbibliotheek

Boekjeslijst
login | registreren?
toon alle schrijvers (583)

Juliana Cornelia de Lannoy

 

Juliana Cornelia de Lannoy (1738-1782) Op 19 april 1770 ging De belegering van Haerlem in première in de Amsterdamse stadsschouwburg op de Keizersgracht. Het stuk van de Brabantse barones Juliana de Lannoy werd zeer positief ontvangen en zou meer dan zestig jaar op het repertoire blijven. Pas vier jaar voor De belegering van Haerlem debuteerde De Lannoy met haar gedicht Aan mijn geest. In haar tragedies kregen vrouwelijke personages een prominentere en meer beslissende rol. Het Haarlemse icoon Kenau gaf ze zelfs geheel nieuw vorm. Hiermee zou De Lannoy met haar treurspel een blijvende stempel drukken op de beeldvorming van Kenau.

Biografie

Juliana Cornelia de Lannoy (1738-1782)
Op 19 april 1770 ging De belegering van Haerlem in première in de Amsterdamse stadsschouwburg op de Keizersgracht. Het stuk van de Brabantse barones Juliana de Lannoy werd zeer positief ontvangen en zou meer dan zestig jaar op het repertoire blijven. Het was de tweede tragedie die uit De Lannoys pen kwam vloeien. De eerste Leo de Grote was nog anoniem verschenen, maar nu prijkte haar naam trots op het voorblad. Het publiceren van een tragedie werd gezien als de hoogst haalbare prestatie voor een dichter. Toneelschrijvende vrouwen die repertoire leverden voor de schouwburg waren in de minderheid in de 17e en 18e eeuw. Het kostte hen beduidend meer moeite, lef, doorzettingsvermogen en talent dan hun mannelijke collega’s om geaccepteerd en gepubliceerd te worden en hun werk gespeeld te krijgen. Pas vier jaar voor De belegering van Haerlem debuteerde De Lannoy met haar gedicht Aan mijn geest, waarin ze de hoop uitsprak een groot dichter te kunnen worden en ook aangaf dat ze zich bewust was van de offers die dit zou vergen. De schrijversambitie ging voor alles. Aangezien het voor vrouwen gebruikelijk was om te stoppen met dichten na hun huwelijk, voorzag De Lannoy daar problemen. Ze zou inderdaad nooit trouwen, maar haar dichterschap zou tot grote hoogte stijgen. Jongere dichters als Willem Bilderdijk, Elisabeth Wolff en Rhijnvis Feith staken de bewondering voor De Lannoy niet onder stoelen of banken. In haar tragedies kregen vrouwelijke personages een prominentere en meer beslissende rol. Het Haarlemse icoon Kenau gaf ze zelfs geheel nieuw vorm. In plaats van een manwijf, oftewel een vrouw met dappere mannelijke eigenschappen, maakte ze van Kenau juist een strijder die vocht vanuit vrouwelijke kracht en een vrouw die op gelijkwaardig niveau met de mannen meebesliste. Hiermee zou De Lannoy met haar treurspel een blijvende stempel drukken op de beeldvorming van Kenau.


Toneelwerk

Leo de Grote –
De belegering van Haerlem – 1770

Contact