Christian Dietrich Grabbe (1801-1836), bijgenaamd ‘De Duitse Shakespeare’, was een tijdgenoot van Büchner en Hebbel. Hij studeerde rechten, werd advocaat in zijn geboorteplaats Detmold en daarna rechter bij de krijgsraad. Na zijn eerste toneelstuk introduceerde Heinrich Heine hem in de literaire kringen van Berlijn. Maar één van zijn stukken werd echter tijdens zijn leven gespeeld. Hij had een voorkeur voor historische personages die geweldige prestaties leverden, maar in confrontatie met de rest van de wereld, toch ten onder gingen: niet alleen Hannibal, maar ook Alexander en Napoleon.
Christian Dietrich Grabbe (1801-1836), bijgenaamd ‘De Duitse Shakespeare’, was een tijdgenoot van Büchner en Hebbel. Hij studeerde rechten, werd advocaat in zijn geboorteplaats Detmold en daarna rechter bij de krijgsraad. Na zijn eerste toneelstuk introduceerde Heinrich Heine hem in de literaire kringen van Berlijn. Na een mislukte poging om acteur te worden, stortte hij zich volledig op het schrijven. Maar één van zijn stukken werd echter tijdens zijn leven gespeeld – van Büchner trouwens niet één – en het gebrek aan succes zal, naast het mislukken van zijn huwelijk met de dochter van een van de aanzienlijkste burgers van Detmold, zeker bijgedragen hebben aan zijn alcoholisme, zijn losbandigheid en het ontwikkelen van een extreem talent voor het maken van ruzie, waardoor hij iedereen van zich vervreemdde. Ook in zijn toneelstukken heerst mateloosheid: enorme aantallen rollen en uiterst spectaculaire scènes die niet te ensceneren waren. Net als Büchner keerde Grabbe zich af van het romantische en idealistische van zijn voorgangers, en schuurde hij in zijn fantasie en zijn fictie dichter aan tegen de realiteit. Hij was realistischer, pessimistischer en zelfs nihilistischer. En net als Büchner hield hij van het groteske. Hij had een voorkeur voor historische personages die geweldige prestaties leverden, maar in confrontatie met de rest van de wereld, toch ten onder gingen: niet alleen Hannibal, maar ook Alexander en Napoleon.
Maar één van zijn stukken – Don Juan und Faust – werd tijdens zijn leven gespeeld, de overige pas in de tweede helft van de negentiende, maar vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw. Pas toen begon zijn meer reële kijk op historische figuren en gebeurtenissen mensen te interesseren. Hannibal werd voor het eerst gespeeld in december 1918, in het Nationaltheater in München.
Herzog Theodor von Gothland – 1822
Scherz, Satire, Ironie und tiefere Bedeutung – 1822
Marius und Sulla – 1822/1827
Nanette und Maria – 1823
Don Juan und Faust – 1828
Hohenstaufen I: Kaiser Friedrich Barbarossa – 1829
Hohenstaufen II: Kaiser Heinrich der Sechste – 1829
Aschenbrödel – 1829
Napoleon oder Die hundert Tage – 1831
Kosciuszko – Fragment – 1832
Alexander – Fragment – 1835
Hannibal – 1835
Die Hermannsschlacht – 1836